Category Archives: Software patenten

Presentatie: Zarafa, van closed naar open

De onderstaande presentatie is gegeven als inleiding voor een workshop Zarafa. Hoewel de workshop “hands-on” was, is het belangrijk dat de deelnemers begrijpen wat nu precies de verschillen zijn tussen proprietary software en open source software. Deze presentatie gaat daarom in op de 5 wetmatigheden van de “digitale wereld”. Deze wetmatigheden zijn kort gezegd:

  1. Digitaal delen is vermenigvuldigen,
  2. Geen afnemend nut van kopieën,
  3. Kopiëren (of delen) tegen verwaarloosbare tijd en kosten,
  4. De economie van het delen en,
  5. Geen monopolie op de productiecapaciteit.

Daarnaast wordt ingegaan op de effecten hiervan op de muziek- en film industrie. Ook wordt uitgelegd wat het verschil is tussen producten maken, of diensten leveren en de gevolgen hiervan op de organisatie.

Deze presentatie is gehouden in september 2012, tijdens een Zarafa workshop die door Zarafa en Stone-IT is georganiseerd.

 

Patenten als inkomstenbron

Niet zolang geleden las ik op internet dat Microsoft 5 dollar verdient op ieder Android apparaat dat verkocht wordt. Tegelijkertijd is de eigen Windows Phone 7 software geen groot succes. Mogelijk dat de samenwerking met Nokia daar verandering in kan brengen. We zullen moeten afwachten hoe de consument dit beoordeeld.

In mei 2007 maakt Microsoft bekent dat er 235 van haar patenten in Linux zijn te vinden. Het bedrijf weigerde te vertellen om welke patenten het precies ging. Daarmee werd de open source community onder druk gezet. Linus Torvalds was niet onder de indruk. Volgens hem is de kans dat Microsoft zelf patenten van anderen schendt groter dan dat zoiets in Linux gebeurt. Daarnaast was hij van mening dat Microsoft meer te winnen had van de angst die dit met zich meebrengt.

Het heeft er alle schijn van dat Linus Torvalds gelijk heeft gekregen. Microsoft heeft met verschillende bedrijven overeenkomsten gesloten vanwege vermeende patent schending (Velocity Micro, General Dynamics Intronics, Onkyo Corp., HTC en Barnes & Noble). Het gaat in deze gevallen om Android dat op de Linux kernel is gebaseerd.

Onlangs heeft een consortium van bedrijven voor 4,5 miljard dollar Nortel patenten gekocht. Het consortium wordt gevormd door Microsoft, Research In Motion (RIMM) en Apple. Deze Nortel patenten versterken de positie van dit consortium in haar patent rechtszaken.

Nu is Microsoft ook in gesprek met Samsung. Ook hier gaat het om schending van patenten in Android. Per verkochte smartphone of tablet wil Microsoft een vergoeding van 15 dollar hebben. De onderhandelingen lopen nog, dus mogelijk wordt het een lager bedrag. Ook wordt er gesproken met Motorola. Dat zou Microsoft‘s patenten schenden met de Motorola Droid, XDroid en verschillende telefoons.

Niet alleen Microsoft probeert geld te verdienen middels patent rechtszaken. HTC heeft bijvoorbeeld onlangs het bedrijf S3 Graphics gekocht met als hoofddoel het verkrijgen van diens patenten. Het is immers al bekend dat Apple een aantal daarvan schendt. En ook Oracle mengt zich in deze ‘strijd’. Zo is bij Infoworld te lezen dat Oracle 20 dollars per Android telefoon wil hebben. Dagelijks komen er meer van dit soort voorbeelden bij.

We kunnen naar mijn idee inmiddels een aantal conclusies trekken.

Ten eerste heeft Keith Bergelt, CEO van het Open Invention Network gelijk gekregen toen hij in 2008 beweerde dat er een groot aantal patent rechtszaken zou volgen. Hij noemde het toen ‘De stilte voor de storm’.

Daarnaast lijken Microsoft (en de anderen) zich te richten op open source software in het algemeen. Toch is mijn indruk dat vooral gelet is op concurrenten die geld verdienen aan Linux, daar valt immers wat te halen. Het kost Microsoft ook verder niets, met uitzondering van de inhuur van juristen. Op de korte termijn levert dit Microsoft mogelijk veel geld op, misschien wel meer dan de eigen mobile software. Op de langere termijn is het een slecht bedrijfsmodel, er wordt namelijk geen waarde toegevoegd. Zodra de open source community de software herschrijft en de patenten omzeild werkt dit niet meer.

Ook vraag ik me af of patenten (en rechtszaken daarover) wel goed zijn voor de ict-industrie. Naast hoge kosten regeert angst en achterdocht. Het leidt de aandacht af van hetgeen de industrie zou moeten doen, namelijk mooie en innoverende producten maken.

Ik bekijk het vooral graag positief. Open source software is inmiddels ‘Big business’. De grote it-bedrijven doen wat ze altijd al deden, het gebruiken, er rechtszaken over voeren, er overeenkomsten over sluiten en er veel geld aan verdienen. Open source software is daarmee naar mijn idee volledig geaccepteerd in de zakelijke wereld
.

Dit artikel is verschenen op de site van Computable op 11-07-2011

Survival of the fittest

Als voorstander van open source software benoem ik graag de voordelen ervan. Ze zijn inmiddels wel bekend. Een uitgekauwd onderwerp is kostenbesparingen. Nu wil ik een voordeel onder de aandacht brengen waarvan wellicht niet iedereen op de hoogte is.

Men weet dat open source door communities wordt gemaakt. Ze bestaan uit bedrijven of individuele programmeurs die zich rond interessante software verenigen. Deze programmeurs ontlenen een deel van hun identiteit aan de community.

Ik ken een programmeur die bijdragen levert aan het Debian-project. Hij is trots als zijn package geaccepteerd wordt vanwege de strenge eisen. Blijkbaar doe je het goed als jouw code geaccepteerd wordt.

In een community besluiten enkele mensen welke bijdragen gebruikt worden. De kwaliteit van de code is belangrijk bij deze keuze. De code moet duidelijk zijn, ‘Lean and mean’ en aansluiten bij de ontwikkeling die het softwareproduct doormaakt. De nieuwe vervangt dan de bestaande code, omdat deze beter is of beter aansluit bij de ontwikkeling.

In het verleden waren er discussies over welke methode van task sceduling (schakelen tussen taken) in Linux gebruikt moest worden. Wordt men het niet eens, dan kan de code als patch voort blijven bestaan. Echter, meestal wordt gekozen voor de beste implementatie.

Firewall

Een voorbeeld is de firewall code in Linux. Toen ik me hier voor het eerst in verdiepte, was ipchains de gebruikte methode, opvolger van ipfwadm. Was ipchains dan beter en makkelijker of gaf het meer mogelijkheden? Kort erna werd ipchains vervangen door iptables. Ik onderzocht hoe iptables werkte en pastte mijn firewall scripts aan. Voor marketingmedewerkers van een commercieel softwarebedrijf was dit een ramp geweest. Hoe leg je klanten uit dat er andere software gebruikt moet gaan worden? Tot drie keer toe! Waren ipfwadm en ipchains dan niet goed? In de open source wereld is dat geen probleem. Technici zijn snel overtuigd van de betere techniek. En er zijn geen marketingmensen die er hinder van ondervinden.

Het lijkt erop dat er een pool is van elkaar beconcurrerende technieken waarbij de beste wint. Zie daar de vergelijking met de evolutie theorie van Charles Darwin. Volgens ‘Survival of the Fittest’ heeft het organisme met de hoogste overlevingskans de grootste kans op nakomelingen; zo blijven de sterksten bestaan. Overigens gaat de vergelijking verder mank, omdat de theorie ook uit gaat van toeval dat voor diversiteit zorgt.

Haaienvijver

De gedachte van de pool vind ik interessant. In de praktijk werkt het ook zo. Iptables is al jaren de dominante techniek. Er is nog één vraagstuk dat mij bezig houdt. Levert de community uiteindelijk superieure software op? En, zo ja, is dat dan niet de reden om open source software te gebruiken?

Dit artikel is verschenen op de site van Computable op 29-0-2010